Omzet heeft zich 4e kwartaal goed ontwikkeld

Het MKB-metaal heeft een goed vierde kwartaal achter de rug. Zowel de binnen- en buitenlandse orderpositie als het gerealiseerde bedrijfsresultaat verbeterde in het vierde kwartaal ten opzichte van het derde kwartaal. Daar staat echter tegenover dat de verwachtingen voor de binnenlandse orderpositie én het bedrijfsresultaat voor het eerste kwartaal van 2022 beduidend minder positief zijn. De grootste uitdagingen voor de sector zijn de gestegen grondstofprijzen en de beschikbaarheid van personeel en materialen. 
 
Dit zijn de belangrijkste uitkomsten uit de Koninklijke Metaalunie Economische Barometer van het MKB-metaal over het vierde kwartaal van 2021.  
 
Orderpositie binnenland – De binnenlandse orderpositie heeft zich in 2021 prima ontwikkeld. Dat betekent niet dat het in alle sectoren even goed gaat. Zo geeft ruim een derde van de aan de bouw toeleverende bedrijven aan dat de orderpositie binnenland in het vierde kwartaal is afgenomen. De waardering van de binnenlandse orderpositie is in het vierde kwartaal wat minder positief dan in het voorliggende kwartaal. Per saldo geeft een derde deel van de bedrijven aan tevreden te zijn over de orderpositie binnenland, terwijl dit drie maanden eerder nog bijna de helft was. De verwachtingen van de binnenlandse orderpositie voor het eerste kwartaal van 2022 zijn aanmerkelijk gematigder dan in de drie voorliggende kwartalen. In de eerste drie kwartalen gaf per saldo een kwart van de respondenten aan een groei van de orderpositie te verwachten. In het vierde kwartaal is dit teruggevallen tot slechts 8%. De gemiddelde orderportefeuille in weken is in het vierde kwartaal afgenomen met bijna twee weken ten opzichte van het vorige kwartaal en bedraagt nu gemiddeld ruim tien weken.
 
Orderpositie buitenland – Van de bedrijven die meer dan 10% van hun omzet exporteren, is het exportaandeel van de omzet gemiddeld ruim 50%. Gemiddeld genomen wordt de buitenlandse orderpositie in het vierde kwartaal minder positief beoordeeld dan de binnenlandse. Ruim 30% van de exporterende ondernemers geeft aan een grotere orderpositie te hebben dan in het derde kwartaal. Ruim 20% van de ondernemers geeft aan dat deze juist kleiner is. De meeste bedrijven waarbij de exportpositie is toegenomen bevinden zich onder de machinebouwers.
 
Op de vraag hoe de ondernemers de orderpositie buitenland waarderen, is veel positiever gereageerd dan in voorliggende kwartalen. 40% van de exporterende ondernemers is tevreden over de orderpositie, terwijl nog maar 8% ontevreden is. 
Voor het eerste kwartaal van dit jaar wordt een verdere groei van de orderportefeuille verwacht. 30% van de exporteurs verwacht een groei van de buitenlandse orderpositie terwijl 8% verwacht dat deze zal afnemen.
 
Prijzen en beschikbaarheid materialen – Net als in de voorliggende kwartalen verhoogde ook in het vierde kwartaal van 2021 zes op de tien bedrijven hun verkoopprijzen. Ook nu weer zijn de verschillen tussen sectoren groot. En ook dit keer zijn de meeste bedrijven die de verkoopprijs hebben verhoogd, actief in de bouw of in de metaalwarensector. In het vierde kwartaal geeft meer dan 60% van de respondenten aan dat zij te maken hebben met materialen of componenten die niet leverbaar zijn. Producten die hierbij het meest worden genoemd zijn elektronica (chips), aluminium, diverse soorten rvs, buizen- en kokermateriaal, kunststoffen, machineonderdelen en grondstoffen voor coatings.
 
Personeel– Bij de respondenten van deze Economische Barometer werken gemiddeld 20 medewerkers, 17,6 met een vast contract en 2,8 met een flexibel contract. Het aandeel respondenten met meer mensen in vaste dienst is afgenomen ten opzichte van de vorige drie kwartalen, maar nog wel groter dan het aandeel bedrijven met minder vast personeel in dienst. In de eerste drie kwartalen gaf 18% van de respondenten aan meer personeel in vaste dienst te hebben, in het vierde kwartaal is dat nog maar 12%. Door de aard van de vragen kan niet worden afgeleid of een tekort aan aanbod hiervan de oorzaak is. Voor ingeleend personeel gelden vergelijkbare uitkomsten. 
 
Het aandeel bedrijven met vacatures blijft met 43% hoog, maar is minder hoog dan in het tweede en derde kwartaal van 2021 toen dit op 50% lag. Gemiddeld hebben de bedrijven die vacatures hebben er 2,8 openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten gemiddeld voor 5% van het personeelsbestand aan vacatures openstaan. 
 
Winstgevendheid – De winstgevendheid is in het vierde kwartaal wat afgenomen ten opzichte van het derde kwartaal. Net als in het derde kwartaal geeft 67% van de ondernemingen aan winst te maken. Het aandeel bedrijven dat verlies maakt is daarentegen toegenomen van 8 naar 12%. Wat hierbij opvalt is dat er onder de machinebouwers relatief veel respondenten zijn (25%) die aangeven in het vierde kwartaal verlies te hebben geleden. 
 
De waardering van het bedrijfsresultaat is in het vierde kwartaal licht gestegen ten opzichte van het derde kwartaal. 57% procent van de bedrijven is tevreden met het gerealiseerde bedrijfsresultaat, terwijl 7% aangeeft daarover ontevreden te zijn. Het verwachte bedrijfsresultaat voor het eerste kwartaal van dit nieuwe jaar wordt voorzichtiger ingeschat dan in de voorliggende kwartalen, van per saldo 13% naar 5%. Ook nu zijn de verspanende bedrijven het meest positief. 
 
Investeringen in het machinepark – Ondanks de afnemende verwachtingen voor begin 2022 over de binnenlandse orderpositie en het bedrijfsresultaat, is de investeringsbereidheid eind 2021 minder negatief dan voorgaande twee jaren. Een op de vijf ondernemers verwacht het komende halfjaar meer te gaan investeren in machines, tegen 23% die minder verwacht te gaan investeren.