Met de industrie naar ’t heerlijke droomland

Stel je voor, we zijn in het jaar 2050 beland…
Hoe zou een Nederlands industriele landschap er dan ongeveer uit kunnen zien? 

Utopisch industrieel landschap

Ondanks de sterkere vraag naar Nederlandse industriële producten in de afgelopen 28 jaar en hogere productiviteit is de industrie als geheel in staat gebleken om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) drastisch te verminderen. De uitstoot van BKG ligt in 2050 ruim 95% lager ten opzichte van het niveau van 1990. Het doel dat we ons zo’n 30 jaar eerder stelden, is daarmee gehaald. 

De investeringen in emissiereductietechnieken en de invoering van velerlei efficiencymaatregelen sinds de start van de klimaatakkoord in 2020 hebben veel bijgedragen in het bereiken van het doel. Vanaf 2022 zijn de investeringen scherp opgeschaald en geleidelijk sterker doorgegroeid door de jaren heen. Het bleek een gouden greep. En ook bittere noodzaak, want anders hadden we het nooit gehaald. Door de investeringen en de nodige innovatie werd alle toegevoegde nieuw industriële capaciteit na 2030 – voor zowel uitbreiding als vervanging – met alleen toepassing van CO2-neutrale technologieën gerealiseerd. Mede dankzij de versnelling in de investeringen van zowel industriële bedrijven als de publieke sector – met name in netcapaciteit en infrastructuur – heeft de Nederlandse industrie zijn internationale belang en competitieve status kunnen verstevigen. 

Het aandeel van fossiele brandstoffen in de industriële energiemix is gedaald van bijna 60% in 2020 naar 30% in 2050. Elektriciteit is nu de dominante energievoorziener en heeft een aandeel van 50% in deze energiemix van 2050. De substitutie van brandstoffen voor hernieuwbare vormen heeft eveneens flink bijgedragen aan de transformatie door de jaren heen. Inmiddels is het aandeel van bio-energie gestegen naar 15% in de industriële energiemix. 

Het aantal (groene) waterstoffaciliteiten heeft sinds 2030 een sterke groei meegemaakt. De vraag naar groene waterstof is vervijfvoudigd in de periode 2030-2050. Deze groei is ook mede dankzij de tijdige aanpassing en aanleg van en investeringen in een (waterstof)infrastructuur door de overheid die veel industrieclusters aan elkaar heeft koppelt. Veel Nederlandse industriële bedrijven – vooral die bedrijven die voorheen met hun uitstoot onder het opgeheven Europees systeem voor emissiehandel (ETS-EU) vielen – hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van CO2 opslag. Dit heeft een grote bijdrage aan een CO2-vrij energiesysteem in Nederland. De opslagcapaciteit onder zee van ongeveer 1.600 megaton is volledig benut. 

Tot slot zijn alle industriële processen in 2050 tot bijna 100% circulair. Dit betekent dat op efficiënte wijze gebruik wordt gemaakt van grondstoffen en er nog amper primaire grondstoffen in het productieproces worden verwerkt. Afval bestaat niet meer en herbruikbare grondstoffen zijn de voornaamste bron voor het industriële productieproces. 

Hier en nu

Aan groene ministers en hoge ambtenaren geen gebrek in het nieuwe kabinet. Zij moeten ‘een schoner milieu zonder schade voor de economie’ gaan waarmaken. Dat is de slogan voor de komende vier jaar. Maar het lange termijn perspectief is veel relevanter. Iedereen weet echter dat het bereiken van het 2050 klimaatdoel geen sinecure is. Dus dan hoop ik maar dat alle klimaatministers vandaag meteen een vliegende start gaan maken met hun klimaatplannen. Dan neemt de kans ook toe dat we na 2050 weer wat vaker een Elfstedentocht kunnen organiseren.