Machine-industrie behoort tot de grootste sectoren binnen de Nederlandse industrie

De Nederlandse machine-industrie is de afgelopen decennia snel gegroeid. Wat betreft toegevoegde waarde behoort de sector inmiddels tot een van de grootste binnen de Nederlandse industrie. Waar veel andere industriƫle branches tussen 1995 en 2021 stabiel zijn gebleven of krompen, is het aandeel van de machine-industrie juist gestegen van 6,4% in 1995 naar 17,2% afgelopen jaar.

Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De toegevoegde waarde van de totale industrie bedroeg in 2021 93,4 miljard euro, ten opzichte van 50,6 miljard euro in 1995. De machine-industrie is een van de segmenten die in deze periode snel is gegroeid. Waar het segment in 1995 nog 3,2 miljard euro aan toegevoegde waarde leverde, is dit inmiddels gegroeid tot 16,1 miljard euro.

De snelle groei van de machine-industrie staat in contrast met andere segmenten van de industrie. Het CBS noemt zowel de elektrische en elektronische industrie als de hout, papier- en grafische industrie als voorbeeld. Deze branches zagen geen vergelijkbare stijging, waardoor hun aandeel in de totale industrie afnam. Het aandeel van de elektrische en elektronische industrie daalde van 11,8 procent naar 8,4 procent. Van de hout- en grafische industrie nam het aandeel af van 8,8 procent naar 5,1 procent.

Meer werkgelegenheid
Ook de werkgelegenheid in de machine-industrie is gestegen. In 2010 telde de branche nog 73.000 banen, wat in december 2020 was opgelopen tot 91.400 banen. Grote bedrijven met honderd werkzame personen of meer zijn hierbij goed voor een steeds groter aandeel in de werkgelegenheid. In 2010 werkten 38.900 mensen van alle werknemers in de machine-industrie bij een groot bedrijf, wat neerkomt op 52,9 procent. Dit aantal is in 2020 gestegen tot 58.600 personen of 64,1 procent.

Deze groei zit voornamelijk bij bedrijven in de machine-industrie met meer dan 500 werknemers. Het aandeel van deze bedrijven is gestegen van 16,6 procent in 2010 naar 24,2 procent in 2020. In de rest van de industrie nam het aandeel van deze groep bedrijven af van 32,9 procent in 2010 naar 29,3 procent in 2020.

Ook andere sectoren profiteren
Het CBS wijst erop dat naast de machine-industrie zelf, ook andere sectoren profiteren van de groei. Opvallend noemt het statisch bureau de toelevering van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling aan de machine-industrie, die in 2020 een productiewaarde van 816 miljoen euro vertegenwoordigde. Ook dit draagt bij aan het positieve effect van de groeiende machine-industrie op de werkgelegenheid in Nederland.

Andere belangrijke toeleveranciers van de machine-industrie zijn onder meer andere branche uit de industrie. Denk echter ook aan holdings en managementadviesbureaus.

R&D
De Nederlandse machine-industrie presteert ook sterk wat betreft research & development (R&D). De branche is relatief sterker gegroeid in R&D dan andere industriƫle branches. Zo was de machine-industrie in 2013 goed voor 28,6 procent van de totale R&D-uitgaven van de industrie. In 2019 bedroeg dit met 2,2 miljard euro 37 procent. De machine-industrie is hiermee goed voor bijna een vijfde (18,4 procent) van de R&D-uitgaven van alle bedrijven.