Geurbeleid aangepast

Het verstrekken van een vergunning aan bedrijven (geen veehouderijen) die geur uitstoten, werd tot nu toe gebaseerd op een geurmeting. Vanaf nu spelen resultaten van eerdere metingen en klachten van omwonenden ook een rol.

Bij productie door een bedrijf kan geur vrijkomen. Woont u in de buurt van zo’n bedrijf, dan kunt u hiervan hinder ondervinden. Die hinder kan schadelijke stress veroorzaken, wat een risico vormt voor de gezondheid. Daarom bepalen we via een vergunning dat die hinder beperkt moet worden. Dit geldt voor bedrijven waarvoor wij bevoegd gezag zijn. Gemeenten zijn bevoegd gezag voor andere bedrijven. We stimuleren gemeenten om onze beleidsregels te gebruiken bij het verlenen van vergunningen.

Klachten van omwonenden tellen mee

Bij de aanvraag van een nieuwe vergunning tellen voortaan (naast de nieuwe geurmeting) ook de resultaten van geurmetingen uit het verleden mee. Verder wordt het klachtenpatroon uit de directe omgeving meegenomen en we kijken naar de geuruitstoot van vergelijkbare processen binnen het bedrijf en bij andere bedrijven. Op basis van al deze gegevens bepalen we in welke hinderlijkheidsklasse het bedrijf komt én wat de toegestane geuruitstoot wordt. 

Waarom aanpassing geurbeleid?

De norm en de afspraken van geurlaboratoria over de analyse-en rekenmethode, zijn in 2019 veranderd. We zien sindsdien in de meetresultaten dat de indeling in hinderlijkheid van geur van bedrijven verandert. Bedrijven waar in het verleden een geur is vastgesteld als ‘hinderlijk’ komen nu als ‘minder hinderlijk’ of zelfs ‘niet hinderlijk’ uit de geurmeting. Dit terwijl er in de praktijk bij het bedrijf niets is veranderd. De geurhinder wordt door omwonenden ook niet anders ervaren. Dat kan ertoe leiden dat bedrijven meer geur mogen uitstoten. Dat is niet wat we willen. We willen die hinder juist beperken. Daarom is het Gelders Geurbeleid aangepast.

Wie bepaalt de geurhinder?

Bedrijven moeten bij het aanvragen van een nieuwe vergunning een geurmeting laten doen. Dit verloopt volgen speciale regels. De landelijke normcommissie geur stelt hier regels voor op. Het bedrijf schakelt een specialistisch bureau in. De menselijke neus is nog steeds onmisbaar voor geuronderzoek. Medewerkers van het onderzoeksbureau vangen lucht uit een schoorsteen of andere bron op in speciale plastic zakken. Een geurpanel bepaalt in een speciaal geurlaboratorium de concentratie (de sterkte). Dit hangt af van hoe lang de geur te ruiken is en de mate van onaangenaamheid: kadaverlucht is viezer dan de geur van vers brood.