Eerste Kamer behoudt vrijstelling energiebelasting Metallurgische industrie

De Eerste Kamer heeft de vrijstelling van energiebelasting voor de metallurgische- en mineralogische industrie behouden. Deze vrijstelling zou op basis van het Belastingplan 2024 op 1 januari 2025 geschrapt worden, maar het wetsvoorstel is nu geheel weggestemd; mede dankzij de inspanningen van Metaal Nederland en FME.

FME en Metaal Nederland zijn tevreden met dit behoud van de vrijstelling, omdat uit diverse onderzoeken blijkt dat de industrie grote bedragen investeert in de transitie van fossiel naar duurzame energie. Dit gebeurt ondanks het feit dat energiebelastingen toenemen en onze industrie concurrerend moet blijven met bedrijven uit landen binnen en buiten Europa die hun industrie steviger ondersteunen dan Nederland.

De Tweede en Eerste Kamer geven hiermee aan het belangrijk te vinden dat een te snelle stapeling van kosten en belastingen voor de industrie leidt tot verlies van investeringen en daarmee werkgelegenheid in Nederland.

Stapeling maatregelen

Metaal Nederland en FME zien dat de stapeling van extra kosten voor het gebruik van energie enorm toeneemt. Zo krijgt de sector te maken met de volgende maatregelen:

  1. De afschaffing in 2022 van de Indirecte Kosten Compensatie (IKC) voor de CO2-uitstoot gekoppeld aan Elektriciteitsverbruik. Hiermee laat Nederland € 200 miljoen per jaar aan mogelijke steun waarvoor Brussel toestemming heeft gegeven ongebruikt;
  2. De verhogingen van de energiebelastingen voor de schijven drie en vier met 133% en 152% vanaf 1 januari 2024;
  3. De verhogingen van de netwerk- en transportkosten voor energie die netbeheerders moeten doorberekenen als gevolg van hun miljardeninvesteringen;
  4. De gemiddeld hogere CO2-prijs van circa € 80 per ton CO2 op basis van het ETS-systeem. Deze CO2-prijs wordt verwacht verder te stijgen omdat het aantal CO2-emissierechten daalt;
  5. De nog altijd hoge energieprijzen in vergelijking met de periode voor de uitbraak van de Oekraïne oorlog.

FME vindt dat het ETS-systeem de basis moet vormen van de CO2-reductie in Nederland en Europa. Nationale maatregelen verstoren dit Europese systeem. Daarnaast is logisch dat beide kamers nu eerst de uitwerking van de motie Erkens (VVD) over de stapeling van alle kosten en belastingen willen beoordelen en meewegen in een finaal besluit.

Investeringen en werkgelegenheid in Nederland

Dat geldt in feite ook voor steunpakketten aan de industrie. Als het ene land haar industrie wel steunt en een ander land niet ontstaat een ongelijk speelveld. FME constateert dat vrijwel alle Europese landen de IKC-regeling hebben behouden of zelfs uitgebreid. Nederland is het enige land dat de IKC in 2022 heeft afgeschaft.

FME pleit er daarom voor de Europese CO2-heffing (ETS) waarmee fossiele energie voor de productie van elektriciteit wordt belast, te gebruiken voor investeringen in groene stroom bij de industrie. Dat kan door van de ongeveer € 1,4 miljard die Nederland van Brussel aan ETS-inkomsten ontvangt ongeveer € 200 miljoen te investeren via de IKC-regeling. Zo vergroot Nederland het gelijke speelveld voor de industrie en krijgen bedrijven gerichte steun bij verduurzaming waarvoor ze zelf eerst betaald hebben. Bovendien wordt Nederland ook aantrekkelijker voor meer investeringen bij bestaande bedrijven en als vestigingsland voor nieuwe bedrijven.